dinsdag 3 juni 2008

Résumé

Image and video hosting by TinyPic

Zie screedbot

Blogger geeft geen bewegende plaatjes weer, voor zover ik weet. Daarom heb ik het plaatje met bewegende tekst geupload op TinyPic en de html-code die ik daar kreeg gekopieerd en in het weblog geplakt.

zondag 1 juni 2008

Ding 9: schrijf een posting met je visie op web 2.0

Internet, en dus ook web 2.0, is zeer aan mij besteed. Mijn computer oefent een welhaast magnetische aantrekkingskracht op mij uit: zelfs als ik beneden rustig de krant zit te lezen voel ik binnen afzienbare tijd de onweerstaanbare drang om even mijn mail te checken, een link te bekijken die in de krant wordt aangeprezen, of om meer te weten te komen over een evenement, schrijver of popartiest. Het kan voorkomen dat ik niet eens wéét wat ik wil gaan opzoeken; ik zit dan naar de startpagina van google te staren en verzin ter plekke iets onzinnigs. ‘En nu ga je naar bed!’ beveel ik mezelf soms streng als ik weer uren achter de computer heb doorgebracht. In het kader van 23 dingen had ik een goed excuus om urenlang te experimenteren met fototoepassingen. Miss Prudence in een koalabeeruitvoering – enig! Van praktisch nut kan men dan uiteraard niet spreken. Natuurlijk zijn er dingen van web 2.0 waarmee we onze verenigingswebsite zouden kunnen verrijken: een corporate blog, de mogelijkheid om bezoekers te laten reageren op berichten, een forum, een wiki, enz. Aan de modernisering van onze website wordt binnenkort gewerkt. Rss feeds, alerts en blog search zijn zeker handige instrumenten bij het vergaren van nieuws.

De keerzijde van web 2.0 vind ik dat er zovéél is, en dat er zoveel tijd mee heengaat. Met hoeveel enthousiasme ik me tot nu toe ook aan 23 dingen heb gewijd, er waren ook momenten dat ik me naderhand leeg voelde. Er zit een narcistische component aan het bloggen; soms denk ik dat mensen meer met zichzelf dan met elkaar bezig zijn. Web 2.0-criticus Andrew Keen (schrijver van The cult of the amateur: how today's internet is killing our culture) waarschuwt terecht voor het gevaar van trivialiteit, waarmee zelfexpressie gepaard kan gaan. Hij noemt web 2.0 een spiegel, waarin we behalve enkele mooie dingen ook veel lelijks van onszelf zien. Vooral anonimiteit brengt doorgaans het slechtste in ons naar boven: vanuit de veilige beschutting van het anoniem zijn gaan we schelden en beledigen. Ironisch genoeg staat zijn behartigenswaardige lezing op YouTube, het kanaal dat hij hekelt vanwege de onontwarbare mix van inhoud en reclame:



Of: http://www.youtube.com/watch?v=lN_n7I0PM3w (als de video niet zichtbaar is)

Een aantal punten in zijn betoog stemmen tot nadenken. Als steeds meer informatie gratis is, en de roep om gratis informatie steeds groter wordt, hoe verdienen journalisten en wetenschappers dan nog de kost? Iedereen weet dat het aantal krantenabonnees is afgenomen sinds de introductie van de Metro en de Spits. Mijn vader, zakenman in hart en nieren, grapte ooit dat mensen overal op afkomen zolang het maar gratis is: zelfs een bord met ‘gratis poep scheppen’ zou volgens hem nog publiek trekken. Op filosofische momenten vraag ik me wel eens bezorgd af wat de gevolgen zijn als bijna iedereen zijn nieuws haalt uit dezelfde bronnen. Treedt er niet stiekemweg een enorme vervlakking op? Een ander punt voor bezorgdheid is dat zoekmachines elke stap van ons op het internet kunnen volgen. Er is meer informatie over ons vastgelegd dan ooit tevoren. Wat als die informatie in verkeerde handen valt? Keen noemt het internet een ‘maatschappij zonder wetten’, en hij pleit voor regelgeving. Ook vindt hij dat er poortwachters (experts als wetenschappers en journalisten) nodig zijn om de kwaliteit van de informatie te bewaken. Interessante observaties, waar ik nog even over moet nadenken.